Angela Verbeeten (52): verloskundige en echoscopist in Nijmegen. Moeder van drie volwassen kinderen en verloskundige sinds 24 jaar.

Verloskundige Angela Verbeeten.
Foto: Ron Moes.
1. Waarom komt het regelmatig voor dat een schisis niet wordt opgemerkt tijdens de echo’s? Er wordt toch standaard op gecontroleerd tijdens de 20 wekenecho?
De SEO of 20-weken-echo is in 2007 opgezet om ernstige aangeboren afwijkingen op de sporen maar er is geen opsporingsgarantie, zéker niet voor een relatief “kleine aandoening” als schisis. De mond van een foetus van 20 weken is ongeveer zo groot als een muntje van 1 eurocent. Hierbinnen moet de echoscopist dan een deukje (bij alleen een lipspleet) of een een opening (bij een groter defect aan lip-kaak-gehemelte) zien. Een lipspleet is meestal beter te zien dan een gehemeltespleet. Een gehemeltespleet zonder kaak/lipspleet is vrijwel niet op te sporen met een echo. De baby moet er ook nog goed voor liggen. Als het aangezicht naar achter ligt of de baby de handjes voor de mond houdt is het erg lastig te zien of de lippen intact zijn. Omdat echoscopisten steeds meer ervaring krijgen en de kwaliteitseisen voor SEO-echoscopisten strenger zijn geworden wordt een schisis wel steeds vaker opgespoord.
2. Er zijn nog mensen die voor een abortus kiezen na een 20 wekenecho waarop alleen een schisis is geconstateerd. Waarom is dit, denk je?
Als de echoscopist een schisis ziet of denkt te zien wordt de zwangere vrouw verwezen naar een Centrum voor Prenatale Diagnostiek. Daar wordt het onderzoek herhaald. Als er een schisis is vastgesteld worden de ouders uitgebreid voorgelicht over het beleid en behandelingen na de geboorte en over de keuzeopties. Onderdeel van de voorlichting is de boodschap dat een schisis behandelbaar is. In Nederland ligt het uiteindelijke besluit bij de ouders. Mijn ervaring is dat ouders bij het nemen van een besluit vooral het levensgeluk van hun (toekomstige) kind voor ogen hebben. Dat geldt zowel voor ouders die kiezen voor afbreking als voor ouders die de zwangerschap willen voortzetten. Sommige ouders redeneren vanuit kans (op levensgeluk), anderen vanuit bedreiging (van datzelfde levensgeluk). Maar dat geldt niet alleen voor schisis.
3. Wordt er in de opleiding tot verloskundige aandacht aan schisis besteed? En zo ja, ook aan het voedingsaspect?
Er wordt in de opleiding veel aandacht besteed aan aangeboren afwijkingen en de opsporing en behandeling daarvan. Dus de verschillende vormen van schisis komen zeker aan bod. Een afgestudeerde verloskundige weet dat er een schisisteam bestaat en dat voeding van de baby bij schisis extra aandacht vraagt. Maar als een jonge verloskundige geen persoonlijke ervaring heeft met een schisiskindje zal ze voor (voedings)advies hulp inroepen van iemand met ervaring. Dat kan bijvoorbeeld een lactatiekundige zijn.
4. Hoe vaak komt een verloskundige gemiddeld in aanraking met schisis?
Verloskundigen zien gemiddeld 300 zwangere vrouwen en baby’s per jaar, maar per verloskundige kan dat meer of minder zijn. Een screenings-echoscopist maakt minimaal 250 20 wekenecho’s per jaar. Als je weet dat een schisis bij ongeveer 1:800 baby’s voor komt, dan maken de meeste verloskundigen dat niet jaarlijks mee.
Ik ben 24 jaar verloskundige en heb het zes keer meegemaakt dat een vrouw in mijn praktijk een kind met een schisis kreeg. De eerste keer werd er thuis en midden in de nacht onverwacht een baby geboren met een dubbelzijdige lip-kaak-gehemelte-schisis (toen er nog geen 20 wekenecho werd gemaakt). Ik schrok bijna net zo hard als de ouders. Gelukkig was de baby verder gezond en het lukte de moeder zelfs om de baby wat aan de borst te laten zuigen. ‘s Ochtends hebben we de kinderarts gebeld en die zei dat hij de baby pas na een paar dagen hoefde te zien, mits de voeding goed ging. Met advies van de lactatiekundige en een speciale speen lukte dat.
Als echoscopist heb ik twee keer een vrouw verwezen voor Prenatale Diagnostiek vanwege een schisis, maar andere collega’s maakten dit in de zelfde tijd veel vaker mee.
5. Wat zijn de bevoegdheden van verloskundigen met betrekking tot schisis?
De verloskundige is bevoegd tot de begeleiding van de normale zwangerschap, baring en kraambed en verwijst bij bijzonderheden. De schisis op zich is dus niet de verantwoordelijkheid van de verloskundige en zij zal dus verwijzen naar de specialisten op dit gebied. Maar aan een schisis zit verder meestal een gezonde baby met gezonde ouders, die een normale begeleiding van de verloskundige verdienen, met specialistische aandacht voor de speciale aandoening. De verloskundige stemt af met de specialisten zodat de zorg aan zowel de ouders als de baby goed verloopt.
Een moeder in mij praktijk zei het zo: “Toen onze baby een schisis bleek te hebben kwamen we in een mallemolen van hulpverleners en goedbedoelde informatie terecht. Het is fijn dat er daarnaast nog een verloskundige is die vraagt hoe het met jou gaat en aan wie je de gewone vragen kan stellen die je als jonge ouder óók hebt.”
6. Hoe is het voor je om ouders op te hoogte te brengen van de constatering van een aandoening?
Het brengen van goed nieuws is meestal makkelijker dan slecht nieuw, maar het hoort beiden bij ons vak. Slecht nieuws moet je open, direct en met compassie brengen. Ik vind het soms moeilijker om te melden dat ik bij een echo twijfel over een aandoening. Ouders die later te horen krijgen dat er niets aan de hand is nemen het de echoscopist soms kwalijk als je hen hebt doorgestuurd voor vervolgonderzoek. Ouders van een kind met een aandoening kunnen erg aangedaan zijn, maar zijn vaak tevreden dat het gezien is op de echo.
7. Hoe zorg je ervoor dat je afstand houdt van de emoties van de ouders?
Als echoscopist verwijs ik door voor verder onderzoek. De emoties komen dan meestal later. Als verloskundige ben ik erg betrokken bij ouders in mijn praktijk als er een afwijking is vastgesteld. Ik bied aan om thuis langs te komen, ook vaker als dat nodig is. Ik houd niet zoveel afstand, hoor, maar ik huil niet mee.
8. Hoe heb je je eerste kennismaking met een schisisbaby ervaren?
De ouders van de baby die geboren werd met een schisis waren erg nuchter. Na de eerste schrik zei de moeder: “als ze maar gelukkig wordt.” Ik leerde zelf dat kennis uit de leerboeken niet te vergelijken is met praktijkervaring. Je moet zorgen dat je als verloskundige weet waar je de nodige informatie vandaan haalt en naar wie je moet verwijzen. Als je dan ook nog open bent naar ouders en hen steunt dan is iedereen goed af.
9. Een bezorgde zwangerschap kan veel stress opleveren. Hoeveel invloed heeft dit op een ongeboren baby?
Over de invloed van stress verschijnen de laatste jaren veel onderzoeken en artikelen. Stress blijkt meer invloed te kunnen hebben dan we eerder dachten. Maar wanneer stress wel of geen kwaad kan weten we niet goed. Bovendien heb je als zwangere vrouw niet veel aan die wetenschap als je er niets aan kan doen.
10. Heb je goede tips voor bezorgde zwangere vrouwen om hun stressniveau zo laag mogelijk te houden?
Ik geef vrouwen het advies om proberen te relaxen en bijvoorbeeld werkstress te verminderen. Bij overmatige werkstress stuur ik een vrouw naar de arbo-arts. Er valt niet direct iets te doen aan stress die wordt veroorzaakt door zorgen om een aandoening zoals schisis. Ouders gaan toch door een proces van zorg voordat de acceptatie komt. Ik kan als verloskundige helpen door er te zijn en goed naar ouders te luisteren en waar nodig informatie te geven. Soms kan een psycholoog of haptotherapeut helpen als de stress blijft.
Heb je vragen of opmerkingen na het lezen van dit interview? Laat gerust een reactie achter!